Hoe kunnen gemeenten duurzaam leven makkelijker maken voor iedereen? Om deze vraag te beantwoorden onderzochten wij dagelijkse routines zoals koken, eten, energie gebruiken, spullen kopen of afval weggooien. In deze ‘sociale praktijken’ zit vaak een grote klimaatimpact verborgen en ligt ook veel kans voor verandering. We werken samen met de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk, en met de bewoners en lokale initiatieven in deze gemeenten, aan beleid dat aansluit bij hoe mensen leven.
Het onderzoek richt zich op drie thema’s: voedsel, energie en governance. We kijken bijvoorbeeld hoe voedselpraktijken, zoals koken of omgaan met restjes, verbonden zijn aan afval, mobiliteit en gezondheid. We onderzoeken hoe energiepraktijken samenhangen met verduurzaming van woningen en gevoelens over comfort. En we kijken ook naar de werkwijzen van gemeenten zelf: hoe zij beleid maken, samenwerken en keuzes afwegen. Samen ontwikkelden we strategieën, interventies en instrumenten waarmee de gemeenten een vruchtbare bodem creëren voor toekomstbestendige praktijken.
Het onderzoek richt zich op drie thema’s: voedsel, energie en governance. We kijken bijvoorbeeld hoe voedselpraktijken, zoals koken of omgaan met restjes, verbonden zijn aan afval, mobiliteit en gezondheid. We onderzoeken hoe energiepraktijken samenhangen met verduurzaming van woningen en gevoelens over comfort. En we kijken ook naar de werkwijzen van gemeenten zelf: hoe zij beleid maken, samenwerken en keuzes afwegen. Samen ontwikkelden we strategieën, interventies en instrumenten waarmee de gemeenten een vruchtbare bodem creëren voor toekomstbestendige praktijken.
Onderzoek naar toekomstpraktijken voor gemeenten
Aanleiding
Met de huidige vaart waarin de aarde opwarmt als gevolg van menselijk handelen, is het nodig om aanpassingen te maken aan de systemen waarmee wij in ons eten, onze energie en onze huisvesting voorzien. Hoe kunnen Nederlandse gemeenten daaraan bijdragen? De keerzijde van het concept van de koolstofvoetafdruk is dat het klimaatverandering omkadert als een individuele verantwoordelijkheid, terwijl het voor mensen met een kleine beurs niet makkelijk is om te ‘verduurzamen’ en zij ook al een kleinere voetafdruk hebben. Bovendien laat recent onderzoek dat een focus op gedragsverandering investeringen in systeemverandering verdringt. Klimaatverandering is een wicked problem: het is zo complex en verbonden met andere sociaal-maatschappelijke problemen, dat het niet valt op te lossen met bewustwording of nudges. Denken is immers nog niet doen. Daarom is het van belang op een holistische manier zoeken naar toekomstgerichte oplossingen.
Opdracht
In 2021 vroegen de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk aan de Erasmus Universiteit om advies over hoe ze hun duurzaamheidsbeleid beter konden laten aansluiten bij de leefwereld van hun inwoners. Bij ‘duurzaam leven’ denken veel mensen al snel het maken van bewuste keuzes. Veel van de dagelijkse bezigheden die klimaatimpact veroorzaken zijn echter niet zozeer bewuste keuzes, maar routines die een onderdeel zijn van 'sociale praktijken’. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan hoe we koken, boodschappen doen, kleren wassen, ons huis onderhouden of spullen kopen. Welke routines ons dagelijks leven kenmerken, wordt bepaald door bredere sociale en materiële structuren waarin we ons begeven. Daarom werd bij de aanvang van het onderzoeksproject in 2021 gekozen voor het gebruiken van de lens van Sociale Praktijken in plaats van gedragsverandering.
Onderzoeksvraag
In dit onderzoek is de volgende vraag sturend: waar liggen de kansen voor beleid en sturing waarmee gemeenten een betere voedingsbodem kunnen bieden voor duurzame sociale praktijken. De focus ligt daarbij op de kansen en aangrijpingspunten die gemeenten kunnen bieden om iedereen de kans de te geven om op een toekomstbestendige manier te leven. We zoeken dus instrumenten, strategieën en interventies die een natuurlijke verschuiving van dagelijkse sociale praktijken kunnen bewerkstelligen naar toekomstbestendige praktijken, ofwel ‘toekomstpraktijken’.
Social Practice Theory
Een sociale praktijk bestaat uit een constellatie van drie elementen: betekenis, competenties (vaardigheden en kennis) en materialen (zoals financiële middelen, tijd en infrastructuur) . Deze elementen beïnvloeden hoe in verschillende situaties mensen alledaagse handelingen uitvoeren. In de sociale praktijkenbenadering ligt de focus niet op individueel gedrag, maar historisch gevormde sociale structuren waaruit routinematige handelingen volgen. De lens van sociale praktijken is gekozen omdat veel van de dagelijkse routinematige handelingen (onbedoelde) implicaties hebben voor duurzaamheid. Een nadruk op routines biedt een krachtig alternatief voor benaderingen waarin het nut van bewustwording wordt overschat. Uit onderzoek blijkt namelijk dat duurzame intenties niet per se leiden tot duurzaam gedrag . Het uitstoten van CO2 is geen bewuste keuze, maar eerder een gevolg van dagelijkse bezigheden die we zo normaal vinden, dat we er niet meer bij stilstaan. Met dit onderzoek ontwikkelen we een aanpak om als gemeente te sturen op sociale praktijken.
Transdiciplinaire onderzoeksaanpak
Het onderzoek maakt gebruik van drie wetenschappelijke disciplines: psychologie, sociologie en bestuurskunde. De uitvoering door de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences noemen we ‘transdiciplinair’ omdat het de betrokken overstijgt door de co-creatieve aanpak en samenwerking met lokale partijen, gemeente en inwoners. We gebruiken daarbij vele co-creatieve methodes en inzichten vanuit de Design Thinking.
Het project bestaat uit verschillende fasen: (1) focus bepalen, (2) sociale praktijken in hun context begrijpen, (3) interventies co-creëren, (4) uitwerking van een gemeentelijke aanpak voor sturing en beleid.
In dit onderzoek zijn veel verschillende methoden gebruikt. In fase 1, 2 en 3 zijn verschillende workshops georganiseerd om kennis uit te wisselen met ambtenaren en bestuurders die zich bezighouden met duurzaamheidsthema’s. In fase 2 zijn inzichten opgehaald door middel van vragenlijsten, interviews, visueel etnografisch veldwerk en literatuuronderzoek. In fase 3 zijn verschillende interventies ontworpen voor lokaal beleid, die een natuurlijke verschuiving van sociale praktijken kunnen bewerkstelligen. Dit gebeurde in co-creatie met lokale partijen zoals wijkregisseurs en ambtenaren maar ook met betrokken bewoners van een energiecollectief, het leger des heils, repair cafe, kringloopwinkel, vrijwilligers van een voedseltuin, en medewerkers van welzijn en woningbouwcorporaties.
Onderzoekslijnen
In de eerste fase van het onderzoek is er gekozen om te focussen op drie onderzoekslijnen: voedsel, energie en governance. Het thema circulariteit en (her)gebruik van spullen en materialen is bovendien een thema dat is alle drie de onderzoekslijnen terugkomt. Deze focus is gekozen samen met de opdrachtgever op basis van (1) maatschappelijke impact en klimaatimpact, (2) aansluiting bij beleidsthema’s en de invloedsfeer van gemeenten en (3) waar weten we nog niet genoeg van (kennis impact).
De energietransitie en warmte-transitie zijn onderwerpen waar elke gemeente in Nederland momenteel aan werkt. Daarbij gaat het vaak over verduurzaming van huizen (retrofitting) maar ook over gedrag waarmee we energie gebruiken (energiepraktijken). Er is behoefte aan een programmatische aanpak van energiebeleid waarin er aandacht is voor de interacties tussen retrofitting, energiepraktijken en een oog voor rechtvaardigheid (climate justice).
In vergelijking met energie is het thema voedsel juist een ondergeschoven kindje. Voedselgerelateerde praktijken zoals boodschappen doen, koken, eten en omgaan met verpakkingsafval en voedselresten hebben echter veel klimaatimpact. Bovendien raken deze dagelijkse sociale praktijken meerdere bestuurlijke thema’s zoals mobiliteit, circulariteit en afval. Er is nog weinig bekend over hoe deze praktijken zich verhouden tot elkaar en hoe gemeenten hierin kunnen sturen.
Naast voedselpraktijken en energiepraktijken worden ook governance-praktijken onderzocht, ofwel de historisch gegroeide en routinematige werkwijzen van de ambtenaren die werken aan duurzaamheidsthema’s. Dit is belangrijk om te komen tot een gedegen uitwerking van een gemeentelijke aanpak voor sturing en beleid in de laatste fase van dit onderzoek.










